Terug naar de Legwijzers en informatie

Legwijzer houten vloeren zwevend leggen

Je kunt je houten vloer – multiplank, lamelparket of massieve vloerdelen – vrij eenvoudig zwevend leggen op een ondervloer van isolerende, dampdichte folie. Een zwevende vloer klinkt wat hol, maar met een geluiddempende folie kun je dat wel beperken. Omdat een zwevende vloer alleen aan de kopse kanten wordt verlijmd is deze vloer redelijk goed uit elkaar te halen.

Voorbereidingen

• Laat massief houten vloerdelen enkele dagen acclimatiseren in de ruimte waar hij komt te liggen, zo ‘went’ hij aan de luchtvochtigheid in die ruimte;
• Multiplank en lamelparket moeten een dag acclimatiseren;
• Leg je vloer bij voorkeur bij een relatieve luchtvochtigheid van 55 à 60%, dan heb je de minste kans op krimp of uitzetten. Heb je bijvoorbeeld net een muur gestukt, dan is de luchtvochtigheid veel te hoog. Jouw houten vloer neemt dan het vocht op en zet uit. Ga je deze planken leggen, dan zullen ze weer krimpen als de luchtvochtigheid weer normaal is geworden. Je hebt kans dat ze dan gaan barsten omdat je ze hebt vastgespijkerd.
• Om diezelfde reden controleer je bij een nieuwe constructievloer met een (gehuurde) hygrometer of de vloer droog genoeg is, de vochtigheid mag maximaal 1,8% zijn bij een cementvloer en 0,3% bij een anhydrietvloer.
• Een houten basisvloer mag maximaal 14% vocht bevatten. Losliggende delen dienen vast gezet te worden zodat er een solide harde basisvloer ontstaat.
• Zorg voor je begint dat de vloer helemaal schoon, glad en leeg is.
• Rol de ondervloerfolie dwars op de legrichting van de te leggen planken uit en plak de stroken met aluminiumtape aan elkaar, of leg ze overlappend neer zonder tape.

Het leggen

• Meet de breedte van de vloer en bepaal of je voor de eerste rij hele planken kunt nemen of dat je er in de lengterichting iets vanaf moet zagen. Als je door het gebruik van de volle breedte van de plank op het laatst nog maar een strip van 2 cm kunt leggen, is het verstandiger om voor de eerste en de laatste rij op maat gezaagde planken te gebruiken.
• Leg de plank met de groef naar de muur en houd een afstand van 1 à 2 cm tot de muur aan, dit is de ‘welnaad’, de kier waarin het hout kan werken. Gebruik hiervoor afstandsblokjes en/of parketveren. Parketveren gebruik je aan de lange kanten, ze vangen het eventuele werken van de vloer op en houden hem mooi glad en strak.
• Gebruik lijm aan de kopse kanten van de planken. Schuif mes en groef in elkaar en klopt deze aan met behulp van een stukje resthout en een hamer. Nooit rechtstreeks met de hamer tegen het hout slaan om beschadigingen te voorkomen.
• Lijm de planken puntsgewijs aan de lange zijdes.
• Gebruik bij het leggen van de laatste rij een beitel, koevoet – of een speciaal slagijzer dat je voor dit doel kunt kopen – om deze rij mooi strak tegen de voorlaatste rij te krijgen.
• Haal na het leggen van de vloer de afstandsblokjes weg.